De Meerval
Het pad glinsterend met bevroren genot,
Bekijkt de banden,
Waarmee ik vederlicht haar rug betreed
Werpt mij van mijn rijdend ijzer
Laat mij voelen hoe de koude stenen
Mijn arm losjes het uiterst van de kom laat zien
Hoop op morgen, dat ik niet
Meerval.